cannabis-wet-regelgeving

Cannabis wet en regelgeving – Wat mag er nou wel en wat mag er niet ?

Wat mag en wat niet mag op het gebied van cannabis in Nederland is geregeld in de Opiumwet. Deze wet maakt een onderscheid tussen harddrugs en softdrugs (lijst I(drugs met aanvaardbaar risico) en lijst II(drug met een onaanvaardbaar risico). Cannabisproducten zijn softdrugs. Harddrugs zijn middelen met een te groot gezondheidsrisico, zoals XTC, cocaïne en heroïne. Voor alle drugs geldt dat bezit, handel, verkoop en productie strafbaar zijn. Niet-strafbaar is het gebruik voor medische, diergeneeskundige en wetenschappelijke doeleinden.

In de loop der jaren is het beleid van de overheid verschillende keren gewijzigd en is de Opiumwet aangepast. Hieronder volgt de stand van zaken op dit moment.

Bezit

Het bezit van 5 gram cannabis of minder voor eigen gebruik is weliswaar strafbaar, maar leidt niet tot vervolging. Het bezit van 5 tot 30 gram is een overtreding en daarop staat een boete van € 75. Ook worden de drugs in beslag genomen. Bij recidive wordt er een hogere boete opgelegd. Ben je jonger dan 18 jaar? Dan krijg je een werkstraf tussen de 16 en 30 uur en/of een boete tussen € 80 en € 150. Wie meer dan 30 gram in bezit heeft, begaat een misdrijf, wat kan leiden tot maximaal twee jaar gevangenisstraf en/of een boete van € 16.750.

Export

Voor de export van cannabis tot maximaal 500 gram staat maximaal vier jaar gevangenisstraf en/of een boete van € 67.000. Bij meer dan 500 gram geldt een maximale gevangenisstraf van zes jaar en een geldboete van € 78.000.

Teelt

Het telen van vijf planten zonder technische hulpmiddelen wordt niet vervolgd. Wel moet de teler afstand doen van de planten als het wordt ontdekt. Bij meer dan vijf planten wordt uitgegaan van beroeps/bedrijfsmatige teelt. Daarvoor staat maximaal vier jaar gevangenisstraf en/of een boete van € 67.000.

Wetswijziging opiumwet per 1 maart 2015

Bron: Rijksoverheid

Vanaf 1 maart 2015 kunnen alle schakels in de georganiseerde hennepcriminaliteit strafrechtelijk worden aangepakt. Per 1 maart 2015 is de nieuwe Opiumwet artikel 11a van kracht, waardoor ook personen die illegale hennepteelt voorbereiden en bevorderen strafbaar bezig zijn. Op deze voorbereidingshandelingen staat een maximale gevangenisstraf van 3 jaar en een geldboete tot 81.000 euro.

Georganiseerde illegale hennepteelt is een ernstige en ondermijnende vorm van criminaliteit. Door de nieuwe wet kunnen het Openbaar Ministerie (OM), politie, FIOD, Belastingdienst, gemeenten, provincies en het Rijk veel meer aan de voorkant ingrijpen bij personen die geld verdienen met de levering van goederen en diensten voor illegale hennepteelt. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het leveren van lampen en voedingsstoffen, het bouwen van kweekhokken, het regelen van kweeklocaties, het aansluiten van elektra en de financiering voor de illegale hennepteelt.

De bedrijfsactiviteiten van growshops zijn volgens de nieuwe wet ook strafbaar. Zowel kleine als grote winkels die zich hebben toegelegd op handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt zijn strafbaar bezig sinds 1 maart 2015; ongeacht of zij zich growshop noemen.

Het kweken van hennep kent verschillende fases en vergt voorbereidingen, waarbij diverse goederen en diensten nodig zijn. Daardoor ontstaat een groot risico op vermenging van de onder- en bovenwereld. Het gaat om illegale activiteiten die bijna niet zijn uit te voeren zonder gebruik te maken van schijnbaar legale diensten, zoals transport, opslag, financiën en huisvesting. Georganiseerde illegale hennepteelt is ondermijnende criminaliteit. Zij leidt tot onveiligheid in woonwijken, bedreigingen en liquidaties. Bovendien gaat er veel uit criminaliteit verkregen vermogen om in de wereld van de georganiseerde hennepteelt.

Bonafide bedrijven en brancheorganisaties spelen een belangrijke rol in het voorkomen van voortzetting van illegale praktijken onder een legale dekmantel in hun sector. De nieuwe wet creëert geen algemene onderzoeksplicht. Het gaat niet om gewone onachtzaamheid of onoplettendheid van bijvoorbeeld verkopers van bouwmarkten of tuincentra of dienstverleners, zoals loodgieters en elektriciteitsleveranciers. Wanneer zij worden geconfronteerd met verdachte omstandigheden, kunnen zij dat te melden.

Bron: Openbaar Ministerie 2010

Coffeeshops
Ten aanzien van coffeeshops is het gedoogbeleid van de overheid de laatste jaren verscherpt. Voor de verkoop van wiet en hasj moeten coffeeshops zich aan regels (de gedoogcriteria) houden. Een coffeeshop dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:

Er mag niet meer dan 5 gram softdrugs per dag per persoon worden verkocht.
Verkoop van harddrugs is verboden.
Er mogen geen softdrugs worden verkocht aan minderjarigen.
Minderjarigen mogen niet in een coffeeshop worden binnengelaten.
Er mag in de coffeeshop geen alcohol worden geschonken.
Er mag geen reclame voor drugs en de coffeeshop worden gemaakt.
Er mag geen overlast voor de omgeving worden veroorzaakt.
De handelsvoorraad mag niet meer dan 500 gram zijn.
Geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland.
Bron: Rijksoverheid

In 2010 besloot het kabinet Rutte van coffeeshops besloten clubs met een verplichte ledenlijst te maken. De richtlijnen daarvoor zijn:

Registratie van leden (maximaal 2000 per coffeeshop).
Alleen ingezetenen van Nederland die 18 jaar of ouder zijn, kunnen lid worden.
Coffeeshops moeten minimaal 350 meter van scholen zijn gevestigd.
Cannabis met een THC-gehalte van 15% of meer komt op de lijst van harddrugs.